Ooievaarsjongen worden geringd in het Zwin.
Komende dinsdag worden de nieuwe ooievaarsjongen geringd in het Zwin. Dat gebeurt jaarlijks op het moment waarop de poten van de jonge vogels reeds dik genoeg zijn zodat de ring er niet afglijdt. De jongen mogen ook nog niet te ‘oud’ zijn; anders dreigt het gevaar dat ze uit het nest springen van zodra de hoogtewerker bij het nest komt. Zes weken oud is ideaal, maar hun leeftijd is moeilijk te schatten omdat de jongen zich op vrij grote hoogte bevinden. Het exacte aantal jongen in de nesten is nog niet vastgesteld. Sommige nesten kan men immers niet inkijken van op de grond. In het Zwin bevinden de nesten zich op uiteenlopende plaatsen: in hoge toppen van zeedennen, op het dak van de Koninklijke villa en bovenop een hoge roofvogelvolière. Het zijn allemaal plaatsen van waaruit de vogels een goed overzicht over de omgeving hebben. Een ander kenmerk van een ooievaarsnestplaats is een vrije aanvliegroute. Elk jaar probeert het natuurpark zoveel mogelijk jongen van een pootring te voorzien. Op de ring staat een uniek nummer, dat met behulp van een verrekijker kan worden afgelezen. Zo kunnen de Zwin-ooievaars op hun trektocht door vogelliefhebbers worden opgemerkt en herkend. Het ringwerk maakt deel uit van het wetenschappelijk onderzoek op de vogeltrek van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.