Knokke-Heist herdenkt Tibetaanse volksopstand
Knokke-Heist laat dit weekend opnieuw een 20-tal Tibetaanse vlaggen wapperen in het stadscentrum. De gemeente, en vooral burgemeester Lippens, wil hiermee op een symbolische manier solidariteit betuigen met de vreedzame vrijheidsstrijd van de Tibetanen en de Dalai Lama in ballingschap. Omdat dit een duidelijk politiek standpunt weergeeft, heeft de oppositie trouwens enige tijd geleden al aangedrongen om regels voor het vlaggenvertoon op te stellen. Dat is tot nog toe niet gebeurd. Eerder zei burgemeester Lippens dat hij de “vreedzame strijd tegen de Chinese repressie zal blijven steunen door de Tibetaanse vlag te hijsen in het straatbeeld”. De opstand in Tibet begon op 10 maart 1959 in de Tibetaanse hoofdstad gericht tegen de Chinese overheersing en communistische hervormingen in Tibet. In de opstand lieten duizenden Tibetanen het leven. Deze gebeurtenis had tot gevolg dat de 23-jarige leider, de veertiende Dalai Lama Tenzin Gyatso, op 17 maart 1959 de grens over vluchtte naar India. Centraal in de Tibetaanse vlag staan de zon en de met sneeuw bedekte berg, deze laatste is het symbool van het land. Aan de blauwe hemel staan de zes rode banen voor de voorouders van het Tibetaanse volk: de zes stammen Se, Mu, Dong, Tong, Dru en Ra.