28.11.09

65 jaar sedert Vlaamse vissers en Liberty schepen de Schelde opvoeren

Het is het precies 65 jaar geleden dat 19 Liberty-schepen voor de kust van Knokke-Heist verschenen en voor het eerst weer de Schelde konden opvaren. Dat werd mogelijk omdat de Canadezen een paar weken tevoren Knokke-Heist en de Scheldemonding van Duitse troepen had gezuiverd. Daarbij zijn ruim 41.000 soldaten krijgsgevangen gemaakt. Een paar vissersvaartuigen voer echter voor de Liberty-schepen al naar België. Dat gebeurde in opdracht van de Britse Navy. De Heist 42 “Pharaïlde” van Theophiel De Groote, die door de Navy speciaal was omgebouwd en uitgerust, zette om 22u op zaterdagavond 25 november 1944 vanuit de haven van Southend koers naar het vaderland, vergezeld van nog een paar vissersschepen, een lichte kruiser, drie vrachtschepen en drie slepers. De grotere schepen lagen voor de Engelse kust reeds te wachten op de Vlaamse vaartuigen. Met de andere vissersschepen ging het onder meer om de H 41 “Jacomina”, de Z 15 “Blanche Marguerite” van Jan en P. Demeester (Zillemaker), de Z 63 “St-Pierre”, de B 15 “Drie Gebroeders” van reder Debruyne, de Oostende 54, de Oostende 211 en de Oostende 276. Alle vaartuigen moesten het paarse geleidlicht van de Britse destroyer volgen. De zondagochtend passeerden ze de thuishaven Zeebrugge en zetten vervolgens door naar Antwerpen. Ondertussen was al een begin gemaakt met het opruimen van de Duitse mijnen die het bevaren van de Schelde gevaarlijk maakten. Een vloot mijnenvegers werd daartoe ingezet. Tegen het eind van november was de vaarweg redelijk veilig. Bij de veegoperatie waren 229 grondmijnen en 38 verankerde mijnen onschadelijk gemaakt.