Zwaar weer voor Stevenson and Sons
Er hangen donkere wolken boven het visserijbedrijf “Stevenson and Sons” in het Britse Newlyn. Dat is dezelfde groep die in de Tweede Wereldoorlog met goed gevolg de belangen van gevluchte Heistse en Oostendse vissers heeft behartigd in Cornwall. Stevenson zorgde voor de veiling van de vis en voor de huisvesting van heel wat Vlaamse vissersfamilies in Penzance. Het voorbeeld van de grotere Vlaamse visserschepen heeft na de oorlog geleid tot een grote bloei van de visserij in de uiterste Westpunt van Groot-Brittannië. Tegenwoordig maken zo’n 35 vissersvaartuigen en nevenbedrijven deel uit van de visserijgroep. Directrice Elizabeth Stevenson staat momenteel echter in Truro terecht op beschuldiging dat een kwart van de in 2007 aangelande vis in Newlyn illegaal is gebeurd. Het gerecht wil mogelijk eigendommen van de groep confisqueren ter waarde van 6 miljoen euro. In Heist, waar de Stevensons al bijna 70 jaar hoog in eer worden gehouden, is alvast geschokt gereageerd op het nieuws. Als de hoge boete wordt ingevorderd kan dit het einde betekenen van het visserijbedrijf dat in 1880 werd opgestart.