6.1.09

Koud, kouder, koudst

Knokke-Heist en de rest van het land liggen in de greep van Vader Winter. Dinsdagmorgen zakte het kwik tot 6,5 graad onder nul. Nauwelijks iets om over te schrijven als men denkt aan die echt koude winters van de vorige eeuw. In de strenge winter van 1947 lagen overal ijsschotsen op het strand en sprak met over “bevroren golven”. Ook de winter van 1963 was extra stoer. Toen vroor het bijna drie maanden achter mekaar. In Knokke en Heist stapelde het ijs zich op aan de vloedlijn. Op 18 januari 1963 zakte de temperatuur ’s nachts naar bijna 20 graden onder nul. Het zeewater zelf deed de kwikthermometer naar anderhalve graad onder nul wegzinken. Uit Knokke en Heist gingen hele families toen door het strandijs op ‘bedevaart’ naar Retranchement. Net over de Zwingeul lag daar namelijk bij het samengepakte strandijs het zendschip Uilenspiegel, dat er in december was gestrand. Toen was het pas Siberisch koud.