Grenspaal 364a staat weer op z’n plaats in de modder
Aan de grens tussen Knokke-Heist en Retranchement staat de historische grenspaal 364a sinds maandagavond weer op z’n plaats in een slijkerige akker. Provinciegouverneur Carl Decaluwé en de Nederlandse Commissaris van de Koningin in Zeeland, mevrouw Karla Peijs, hebben de sokkel van de grenspaal rondom rond toegestopt met aarde. Het belang van de grenspaal is vooral historisch. Bij de boedelscheiding van België en Nederland tussen 1831 en 1839 moest de grens tussen de beide landen heel nauwkeurig worden vastgelegd. En dat was niet altijd makkelijk. Er waren in totaal 403 grenspalen nodig. In het Zwin lag het zeer gevoelig ondermeer omdat onze Noorderburen niet wilden dat Belgisch Vlaanderen nog via Zeeuwse waterlopen de polders zou laten afwateren. Daarover was in 1831 trouwens al de zeeslag aan de Hazegrassluis uitgevochten. Twee Hollandse kannoneerboten waren het Zwin binnengevaren in een poging om de uitwatering van het noorden van West-Vlaanderen af te sluiten. Eén boot werd gekelderd door een Belgisch kanon. Het andere vaartuig ging er vervolgens van door. Dus de plaatsing van de grenspalen in het gebied was erg belangrijk. Probleem is dat op de plaats waar Grenspaal 364 moest worden neergepoot tussen Westkapelle en Retranchement een groot eiland in de Zwingeul lag. En die Zwingeul bleef niet altijd op dezelfde plaats liggen. Dus besloot men twee verklikkerpalen -de zogeheten secondanten- op te stellen. “364 a” aan de Westkapelse kant van de grens en “364 b” op de wal van Fort Maurits in Retranchement. De vervangpalen stonden op precies 135,50 meter van de plaats waar de eigenlijke grenspaal 364 moest komen in de Zwingeul. Later is het gebied ingepolderd en ontstond de Willem-Leopold polder. In 1869 kon men daardoor wèl de echte grenspaal 364 op de juiste plaats neerzetten. Gevolg is dat er voor die ene locatie drie grenspalen zijn. Men noemt ze de “drieling van Retranchement”. Het is een unicum in onze geschiedenis. Bij het onderhouden van de grenspalen werd vorig jaar echter vastgesteld dat de secondant grenspaal aan de Knokke-Heistse kant van de grens zoek was. De Nederlanders hebben de paal op Belgisch grondgebied later teruggevonden en helemaal opgekallefaterd. Maar, de gebruiker van de grond waar de grenspaal moest worden teruggezet, was niet happy. Omdat het ding in de weg stond. Hij wilde dat het ietwat verderop in de berm zou worden neergepoot. Maar, Den Haag en Brussel zijn daar niet op ingegaan. Dat zou namelijk de aanpassing van het verdrag betekend hebben. Dus werd er een nieuwe betonnen sokkel gegoten op de juiste plaats van grenspaal 364a. De gebruiker van de grond errond moet de paal respecteren. Het inhuldigen van de grenspaal heeft trouwens heel wat voeten in de aarde gehad, in de modder meer bepaald. Tevoren was in allerijl een handvol geniesoldaten van de Nederlandse Landmacht opgeroepen om met matten en metalen elementen een voorlopige weg aan te leggen. Dat lukte maar half want het slijk kwam er doorheen. Gouverneur Decaluwé moest met opgetrokken broekspijpen en beslijkte suède schoenen het ceremonieel verrichten. De Zeeuwse Commissaris van de Koningin had ietwat meer geluk. Zij kreeg een paar laarsjes van Riekje Toorenaar uit Retranchement. De vrouw was speciaal voor de plechtigheid richting 'de paal' gefietst, maar stond haar laarzen af aan de commissaris en bleef daardoor noodgedwongen op grote aftand staan. Op haar sokken...