Zwammen brengen stabiliteit kerk Westkapelle in gedrang
Het gaat van kwaad naar erger met de kerk in Westkapelle. In de zomervakantie van 2012 kwam in de Sint-Niklaaskerk van Westkapelle reeds een ernstige zwamaantasting aan het licht ter hoogte van de hanenbalk van het plafond- en dakspant in het koor. Op 14 november 2012 werd de zwam verwijderd en producten ingespoten om de problemen te stabiliseren en te reduceren. Bij nazicht werd er rechts vooraan naast het torenmassief in de hoofdbeuk een groter probleem ontdekt, namelijk zwamkubusrot. De aangetaste balk was hier in die mate zelfs aangetast dat die met een speciale stelling moest onderstut worden. Zopas is gestart met de zwambestrijding en restauratie. Een gespecialiseerde firma werd aangesteld om dringend de aanwezige vruchtlichamen te fixeren, af te steken, weg te nemen en te verbranden om zodoende verdere verspreiding van de sporen tegen te gaan. Tijdens deze werkzaamheden kwamen deze specialisten eerder toevallig nog een tweede zwam achteraan in de kerk op het spoor. Deze tweede ontdekte huiszwam had al voor zeer veel aantasting gezorgd. Het was zo ernstig dat de architect vreesde voor de stabiliteit van de balk en omgeving. De kerkraad heeft onmiddellijk het nodige gedaan om de door zwam aangetaste balk in de hoofdbeuk te stutten. De balk is immers reeds in die mate aangetast dat zij geen enkele draagkracht meer heeft en reeds 1 centimeter ingezakt is. Vorige week zijn dan uiteindelijk de werkzaamheden gestart. Aannemer Geert Versluys (restauratie en renovatie van oude gebouwen) uit Knesselare en Dirk Vandermarliere (houtworm- en zwambestrijding) uit Poperinge werden door de kerkfabriek aangesteld. Architect Piet Viérin uit Brugge begeleidt de werken. De eucharistievieringen kunnen tijdens de werkzaamheden blijven doorgaan in een zijbeuk achteraan in de kerk. De rest van de kerk is omgetoverd tot één groot bouwwerf. Eerst is men begonnen aan het inrichten van de werkplaats. Er wordt een volledige bescherming en stofscherm aangebracht binnen in de kerk. Stoelen, beelden, schilderijen enz. werden door een werkgroep onder leiding van Daniel Rogghé uit de werkzone verwijderd. Biechtstoelen, altaren, orgel, onverplaatsbaar kerkmeubilair werden door gespecialiseerde timmerlui ingepakt in houten kasten. Op de vloer werd een houten vloer ter bescherming aangebracht. Alles wordt zoveel mogelijk afgeschermd en stofvrij gemaakt. Men doet er alles aan om de eventuele verspreiding van sporen van die vervelende houtzwam te verhinderen. Ondertussen zijn er ook stellingen verschenen buiten aan de kerk. Zowel vooraan als achteraan is men immers al begonnen met het aanbrengen van een nieuw “werfdak”. Daarna kan men het dak openen om via die weg de houtzwam te bereiken en te verwijderen. Pas op het ogenblik dat de houtzwammen echt zichtbaar worden, kunnen de deskundigen ook nagaan hoeveel schade ze uiteindelijk hebben aangebracht. Op dat ogenblik kunnen alle balken en muren echt grondig geïnspecteerd worden. Dan kan men ook zien hoever de wortels van die houtzwammen zijn doorgegroeid in balken en muren. Het vruchtlichaam dat de kerkgangers binnen in de kerk konden waarnemen is immers maar de ‘top van een ijsberg’. Het echte vernielende werk wordt verricht door de wortels van die zwammen die indringen in (steun)balken en muren op zoek naar voedsel om verder te groeien. Die houtzwammen groeien niet alleen op en in hout, maar ook over en door muren heen.