26.5.08

Proces Rutger Beke van start

Voor de Gentse rechtbank van eerste aanleg zijn maandagmorgen de pleidooien gestart in de zaak van triatleet Rutger Beke tegen het WADA (World Anti-Doping Agency) en de antidopinglaboratoria van Gent en Keulen. Volgens de advocaten van Beke gingen het WADA en de diensthoofden van de labo's, Frans Delbeke en Wilhelm Schanzer, in de fout, en werd Rutger Beke als proefkonijn gebruikt. Beke eist een schadevergoeding van 185.000 euro, omdat hij geschorst werd wegens een positieve test op het gebruik van epo in de Zwintriatlon van Knokke in september 2004. In augustus 2005 sprak de Disciplinaire Commissie van de Vlaamse Gemeenschap de atleet vrij. "De laboratoria hebben een duidelijke wetenschappelijke fout gemaakt in de methode en de interpretatie van de epotest. Beke werd als proefkonijn gebruikt met een test die nog niet was goedgekeurd door het WADA", zeggen de advocaten van Rutger Beke. Rutger Beke moest het slachtoffer worden opdat de test overeind zou blijven, pleitten meester Maeschalck en De Saedeleer. "Delbeke heeft zich laten manipuleren door het WADA. Hij ging in de fout en moest als expert onafhankelijk zijn. De tegenpartijen schuiven elkaar nu de zwarte piet toe, maar de fouten zijn overduidelijk. Iedereen deed maar wat. Men paste de test aan, speelde er mee. Maar eigenlijk speelde men met het leven en de carrière van de sporters. Het is schandelijk dat het afhangt van laboratorium tot laboratorium of men al of niet positief bevonden wordt. "De advocaten gaven ook een overzicht van de inkomsten die Beke misliep door de affaire. "Het gaat onder meer om twee maal 25.000 euro startgeld bij internationale wedstrijden, een bedrag van 30.000 euro dat een sponsor introk en een wagen die Fiat ter beschikking zou stellen. Daarnaast zijn er nog de mogelijke winstgelden en de zware morele schade." De antidopinglaboratoria van Gent en Keulen en hun respectievelijke diensthoofden Frans Delbeke en Wilhelm Schanzer willen dat de Gentse rechtbank van eerste aanleg de schade-eis van Rutger Beke ongegrond verklaart. Ze pleitten dat ze de richtlijnen van het WADA (World Anti-Doping Agency) volgden. De advocaat van Delbeke insinueerde bovendien dat de affaire Beke geen windeieren heeft gelegd. "Professor Delbeke heeft geen fout gemaakt. Het dopinglab heeft de richtlijnen van het WADA gevolgd. Dat het WADA nu beweert dat wij de test verkeerd geïnterpreteerd hebben, is werkelijk hallucinant. De test was correct op dat moment, op basis van de stand van het wetenschappelijk onderzoek", zei meester Ronny Joseph, die optreedt voor Delbeke en de Gentse universiteit. De advocaat stelt dat Beke geen recht heeft op een hoge schadevergoeding. "Beke heeft beroep aangetekend tegen zijn schorsing, wat betekent dat hij daarna wel mocht deelnemen aan wedstrijden. Hij heeft bovendien zelf verklaard in de pers dat de zaak ook een positief effect had, omdat sponsors door alle media-aandacht nu onmiddellijk weten wie hij is. Beke heeft in 2005 zelfs meer verdiend dan in 2004."De raadsmannen van professor Schanzer en het labo in Keulen, dat het B-staal onderzocht en eveneens positief bevond op epogebruik, betwisten ook dat er fouten werden gemaakt. Ze verklaren dat ze de opdracht van de Vlaamse Gemeenschap uitvoerden en de richtlijnen van het WADA naleefden. De advocaat van Schanzer, meester Cyriel Coomans, voerde tevens aan dat enkel de Duitse rechtbank bevoegd zou zijn.