Sinds het weekend ligt het boek Oorlogsdagen
van Pieter Serrien in de winkel. Het boek bundelt verhalen over de Eerste
Wereldoorlog in het bezette deel van Vlaanderen. In Oorlogsdagen maken we een
reis door de ogen van tweeëndertig dagboekschrijvers, nu eens een korte visite,
dan weer een lang en intiem gesprek. Zij spelen de hoofdrol in dit boek, dat
een podium verschaft aan hun honderd jaar oude verhalen. Telkens met enkele
pagina’s in de spotlight. De lezer is een reiziger en bevraagt de dagboekschrijvers
over hun leven in die oorlogsdagen. Was het een en al miserie? Was de oorlog
echt alom aanwezig? Was er ook tijd voor ontspanning, liefde en vriendschap?
Was er honger en hoe kwam men aan dat beetje voedsel? Hoe keek men naar de
bezetter? Veranderde dat beeld in de loop van de oorlog?
32 dagboeken
Dagboekschrijvers zijn de hoofdpersonages
van dit boek. Zij schreven elk hun geschiedenis van het (over)leven onder de
bezetting. Ze gidsen ons bij de reis, een eeuw terug. We beginnen in Roeselare,
centraal in het Operationsgebiet en gevaarlijk dicht bij het front. We gaan
verder zuidwaarts, naar Kortrijk, in het Etappengebiet, de regio onder het
bevel van het Duitse Vierde Leger. De as Brugge-Oostende is onze derde
bestemming, het Marinegebiet, waar de Duitse mariniers van het Vierde Leger hun
uitvalsbasissen hadden. Ondermeer komen ook de raid op Zeebrugge Môle en de
bombardementen van het havengebied aan bod in het boek.