De eindejaarsperiode is een ideale
gelegenheid om Knokke-Heist als shoppingstad te promoten. De winkelstraten worden mooi aangekleed en
allerhande eindejaarsactiviteiten brengen veel volk op de been. Dat is positief voor
de vele handelaars en horeca-uitbaters. De N-VA wil dit alles beter omkaderen
en pleit voor een professionele ondersteuning en een eigen budget voor de Raad
voor Lokale Economie.
De uitwerking van de eindejaarsactiviteiten
en de feestelijke versiering van de winkelstraten is hoofdzakelijk het werk van
de Raad voor Lokale Economie en Toerisme Knokke-Heist. De N-VA juicht de
inspanningen van deze diensten toe maar stelt tegelijkertijd vast dat het
middenstandsbeleid in Knokke-Heist stiefmoederlijk en amateuristisch behandeld
wordt door het gemeentebestuur. Luc Dieltiens: “Men zet activiteiten op touw,
zoals het vuurspektakel van Flamboyant Knokke-Heist, zonder daarvoor een budget
te hebben in de begroting. Half oktober moet men dan nog op zoek gaan naar
sponsoren. Men schijnt ook niet aan reflectie te doen. Zo heeft men de locatie voor de ijspiste op het Verweeplein
nog nooit geëvalueerd. Wordt het niet eens tijd om de denkoefening te maken of
de handelaars nog steeds tevreden zijn met de formule en of we de piste niet
jaarlijks moeten alterneren tussen locaties in Knokke en in Heist?
Veel hangt ook af van hoe men omgaat met de
goodwill en de inzet van de handelaren. Luc Dieltiens: “Als de lokale
handelaars kerstbomen in de straat willen, moeten ze zelf de versiering in de
boompjes hangen. Als ze kerstverlichting in hun winkelstraat willen, moeten ze
vaak zelf zorgen voor de elektriciteit.
Van ondersteuning door de gemeente is geen sprake. Bovendien hangt de
inzet van middelen volledig af van de goodwill en giften van de ondernemers. De
ene ondernemer is al meer geneigd om bij te dragen aan versieringen in zijn
winkelstraat dan de andere, wat maakt dat sommige ondernemers meeprofiteren
zonder daartoe zelf bij te dragen”.
De N-VA pleit daarom voor een professionele ondersteuning en een
eigen budget voor de Raad voor Lokale
economie . Dat moet kunnen volgens Dieltiens: “Andere diensten zoals Cultuur,
Vrije Tijd en Sport kunnen een beroep doen op meer dan 100 personeelsleden. Zij
hebben budgetten ter beschikking van meerdere miljoenen euro’s. En de lokale
economie? Zij hebben één deeltijdse
kracht ter beschikking en een budget van nul euro. Met een eigen budget kan de
Raad voor Lokale Economie keuzes maken en initiatieven betalen. Met
professionele ondersteuning kan de Raad zich eindelijk bezighouden met de echt
belangrijke en fundamentele zaken voor het middenstandbeleid.”.