In 1945, één jaar na de bevrijding werd een
traditie in het leven geroepen. Voortaan
zou ieder jaar op Allerzielen een
delegatie uit Knokke de Canadese Militaire Begraafplaats bezoeken ter ere van
de Canadese offers. Ook in 1945 werd gestart met de aanleg van deze Gemene Best
begraafplaats. Ontwerper was Philip Hepworth, hoofdarchitect van de Commissie
voor oorlogbegraafplaatsen in Noord Europa. De eerste slachtoffers die werden
herbegraven betrof een groep van 34 Canadezen, gesneuveld bij de Slag om het
Molentje in Moerkerke. Enige tijd later werden de
graven ook voorzien van grafstenen. De keuze viel op de ‘Portlandsteen’ uit
Engeland. De begraafplaats was pas af in 1953. De begraafplaats telt 1121
grafstenen waarvan 844 Canadezen. (U.K. 246, Canada 844, Australië 2, Frankrijk
2, New Zeeland 1, Polen 33). Sedert 1975, met een aanwezigheid van een Canadees militair contingent, kreeg
de herdenkingstocht meer aandacht.
Nu nog wordt op de eerste zaterdag van
november een bezoek gebracht door vele Knokke-Heistenaars. Heel wat lokale verenigingen leggen er
bloemen ter ere van de vele slachtoffers van de gevechten van de ‘Scheldt Pocket’.
De oud-strijdersverenigingen van Knokke-Heist zijn elk jaar met hun vaandels paraat om de
plechtigheid op te luisteren. De 40 koppige groep militairen vormen er een
erehaag. Naast een treurzang van de doedelzakspelen wordt de Last Post geblazen
en bloemen gelegd.
Foto met dank aan Danny Jones
Foto met dank aan Danny Jones