Het Life+ natuurproject ZTAR in het Zwin is
vandaag al voor de helft uitgevoerd. De voorbije winter pakte Ghent Dredging de
vogeleilanden grondig aan. Heyrman De Roeck voerde dan weer grote
graafwerkzaamheden uit. De huidige stand van zaken kunt u hier bekijken in het tweede filmpje van ZTAR (klik
op Zwin Zeno 2).
In het kader van het Europese LIFE+
natuurproject ZTAR herstelt het Agentschap voor Natuur en Bos dit jaar de
broedvogeleilanden en verjongt het het schor in de bestaande Zwinvlakte. De
alom gekende broedvogeleilanden in het Zwin ontstonden in de jaren ‘50. Na een
dijkdoorbraak was er dringend zand nodig dat uit het Zwin gehaald werd. Graaf
Léon Lippens zag de mogelijkheid om van die zandwinningsputten eilanden voor
vogels te maken. Tussen de jaren ‘60 tot halfweg de jaren ‘90 oefenden deze
eilanden, omringd door zout zeewater, een sterke aantrekkingskracht uit op
talrijke vogelsoorten die er kwamen broeden, voedsel zoeken, overwinteren en
slapen.
Verzanding
Sinds de tweede helft van de jaren ‘90
kampt het Zwin met verzanding en komt er dus te weinig zeewater binnen.
Hierdoor verloren de eilanden een belangrijk deel van hun aantrekkingskracht
voor de vogels. De kleppenstuw die voldoende water verzekerde rond de eilanden,
bleek niet langer succesvol. De vogelpopulatie op en rond de eilanden ging dan
ook sterk achteruit.
In kader van het Europese natuurproject
ZTAR zijn er nu opnieuw eilanden gegraven die nieuwe kansen moeten bieden aan
tal van vogels zoals de kokmeeuw, visdief en kluut. Er wordt ook een nieuwe
stuw geplaatst die ervoor zal zorgen dat er steeds voldoende zeewater rond de
vogeleilanden aanwezig is. Omdat het voorziene zeewater bij elk eb niet telkens
zou wegvloeien, worden er ook enkele geulen gedempt, zodat de aan- en afvoer
van zeewater enkel via de stuw gebeurt.
Soortenrijk schor
Naast het herstel van de eilanden zelf,
wordt er in de noordoostelijke hoek van het Zwin, nabij de monding van de
Zwingeul, een achttal hectare afgeplagd door het verwijderen van de
voedselrijke bovenlaag. Deze werken gebeuren met het oog op het herstel van de
originele plantenrijkdom. Momenteel is er immers een dominantie van één
plantensoort in dit deel van het Zwin: strandkweek. Door het plaggen wordt de
zone ‘verjongd’ en kan het slik evolueren naar een soortenrijk schor met onder
andere lamsoor, de bekende ‘Zwinneblomme’.
LIFE+ project
De bedoeling van dit LIFE+ project is het
herstel van de huidige Zwinvlakte, die door het Agentschap voor Natuur en Bos
in 2006 aangekocht werd. Dit project staat los van de ontpoldering
van de Willem-Leopoldpolder of de voorziene werkzaamheden (bouw van een nieuw
bezoekerscentrum) in het natuurcentrum Zwin. Met dit ambitieuze project willen het ANB
en de provincie Zeeland de natuur in de Zwinvlakte een tweede adem geven.
Provincie Zeeland is partner van dit project, gezien het Zwin een
grensoverschrijdend gebied is en de geul voor het grootste deel op Nederlands
grondgebied ligt. Beide partners streven ernaar om de
situatie uit de jaren ’80 terug te herstellen, met de vele broedvogels en
biodiverse slikken en schorren.
ZTAR
ZTAR staat voor Zwin Tidal Area
Restoration. Dit project wil de Zwinvlakte herstellen naar het vroegere
biodiverse slikke- en schorregebied. Het project ging officieel van start op 1
januari 2011 en loopt nog tot 31 december 2015. Europa keurde dit LIFE + project goed in de
loop van 2010 en betaalt de helft van het project. Ztar heeft een totaal
kostenplaatje van € 4.135.521. Het Agentschap voor Natuur en Bos betaalt 41% en
de Provincie Zeeland 9%.
ZTAR vervangt hierbij ZENO, het
natuurherstelproject dat het Vlaams Natuurreservaat ‘De Zwinduinen en
–polders’, net naast het Zwin, de voorbije jaren een nieuwe look gaf.