Nu woensdag 26 juni worden naar jaarlijkse
gewoonte de ooievaarsjongen in het Zwin Natuurcentrum in Knokke-Heist geringd.
Dit jaar werden maar liefst 27 bezette ooievaarsnesten geteld. In enkele nesten
zijn de jongen duidelijk te zien en kon vastgesteld worden dat ze oud genoeg
zijn om te ringen. De meeste nesten zijn grote takkenplatforms
in de toppen van de zeedennen, wat het moeilijk maakt de jongen te zien of te
bereiken. Daarom wordt een hoogtewerker ingezet. Vanuit de hoogtewerker is het
mogelijk een beeld te krijgen op alle nesten en een inventaris op te maken van
het aantal jongen en hun leeftijd. De jongen zullen even uit het nest gehaald
worden om ze te controleren en van een officiƫle ring te voorzien.
Situatie vorig jaar
Vorig jaar werden slechts 6 jongen, uit 3 verschillende nesten, geringd. Gewoonlijk zijn het er 10 tot 12. De grootste oorzaak van het kleine aantal dit jaar is hoogstwaarschijnlijk het slechte voorjaarsweer tijdens de eerste twee levensweken van de jongen. Door de combinatie van koud en nat weer raken de jongen onderkoeld en sterven. Bovendien is het opvallend dat er dit jaar op geen enkel nest op de villa jongen opgroeiden. Een mogelijke oorzaak hiervan is het feit dat een groep steenmarters er zich huisvesten.
Vorig jaar werden slechts 6 jongen, uit 3 verschillende nesten, geringd. Gewoonlijk zijn het er 10 tot 12. De grootste oorzaak van het kleine aantal dit jaar is hoogstwaarschijnlijk het slechte voorjaarsweer tijdens de eerste twee levensweken van de jongen. Door de combinatie van koud en nat weer raken de jongen onderkoeld en sterven. Bovendien is het opvallend dat er dit jaar op geen enkel nest op de villa jongen opgroeiden. Een mogelijke oorzaak hiervan is het feit dat een groep steenmarters er zich huisvesten.
Situatie dit jaar
Dit jaar werden er maar liefst 27 bezette ooievaarsnesten geteld. Hoeveel jongen er uiteindelijk zullen kunnen geringd worden kan nu nog niet gezegd worden. Elk jaar probeert het Zwin Natuurcentrum zoveel mogelijk jongen van een pootring te voorzien. Op de ring staat een uniek nummer, dat met behulp van een verrekijker kan worden gelezen. Zo kunnen de Zwin-ooievaars op hun trektocht door vogelliefhebbers worden opgemerkt en herkend. Het ringwerk maakt deel uit van het wetenschappelijk onderzoek op de vogeltrek van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en levert ook gegevens op voor het educatief-wetenschappelijk project ‘ooievaars zonder grenzen’, een samenwerkingsproject tussen dierenpark Planckendael, het Zwin Natuurcentrum, Natuurpunt en de Vlaamse Overheid.
Dit jaar werden er maar liefst 27 bezette ooievaarsnesten geteld. Hoeveel jongen er uiteindelijk zullen kunnen geringd worden kan nu nog niet gezegd worden. Elk jaar probeert het Zwin Natuurcentrum zoveel mogelijk jongen van een pootring te voorzien. Op de ring staat een uniek nummer, dat met behulp van een verrekijker kan worden gelezen. Zo kunnen de Zwin-ooievaars op hun trektocht door vogelliefhebbers worden opgemerkt en herkend. Het ringwerk maakt deel uit van het wetenschappelijk onderzoek op de vogeltrek van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en levert ook gegevens op voor het educatief-wetenschappelijk project ‘ooievaars zonder grenzen’, een samenwerkingsproject tussen dierenpark Planckendael, het Zwin Natuurcentrum, Natuurpunt en de Vlaamse Overheid.