Zowat elk jaar net voor het seizoen wordt
in de media uitgepakt met de mogelijke gevaren van het munitiedumpt op de
Paardenmarkt zandbank voor de kust van Knokke-Heist. Dat is ook nu weer het
geval. Aanleiding is dit keer een publicatie in het magazine Eos. De
oorlogsmunitie werd er op de zeebodem gedumpt na de Wereldoorlogen. Het bommenkerkhof heeft een oppervlakte van
drie vierkante kilometer. Daar ligt zowat 35.000 ton munitie toegedekt door een
dikke zandlaag. Het meest onrustwekkend zouden
volgens het magazine de gifgasgranaten zijn die een derde van het stort vertegenwoordigen.
In het artikel schrijft Senne Starckx. ‘De gevolgen van een botsing van een
scheepsboeg met kisten vol giftige munitie zouden desastreus zijn voor het
zeeleven en voor het kustgebied.’ De wetenschapper schijnt niet te weten dat
over de zandbank niet mag en door de meeste grote schepen ook niet kan gevaren
worden, wegens te ondiep. Ook ankeren is er verboden.
Uit de resultaten van een onderzoek van
oceanograaf Frederic Francken concludeerde de staatssecretaris voor de Noordzee
drie jaar geleden al, dat het munitiedump voor onze oostkust best onaangeroerd
blijft. Het dump opgraven “zou enorm gevaarlijk en duur worden”. Wèl worden van
het munitiestort elk jaar bodemstalen genomen om na te gaan of giftige stoffen
vrijkomen. Over de jaren heeft zich volgens oceanograaf Francken boven het
Paardenmarkt dump een laag van één tot twee meter slib gevormd. In het
slechtste geval zouden vrijkomende stoffen een gevaar kunnen opleveren tot op
een halve meter rond het depot, aldus Francken.
Op de foto: het dumpen van munitie in zee
na de oorlog