De Franstalige Raad voor de Journalistiek
heeft een klacht van toenmalig Fortis-voorzitter Maurice Lippens tegen een
journalist van L'Echo en tegen de zakenkrant als ongegrond verworpen. Dat heeft
de Conseil de Déontologie Journalistique (CDJ) bekendgemaakt. De klacht had
betrekking op een artikel dat in november 2012 werd gepubliceerd en waarin
stukken van het gerechtelijk verhoor werden weergegeven in het dossier-Fortis.
De ex-voorzitter van Fortis verweet een journalist en de redactie het geheim
van het onderzoek te hebben geschonden, waardoor hij schade in zijn privé-leven
zou hebben geleden door citaten die buiten hun context werden geplaatst. Die
verhoren werden afgenomen in 2011 en 2012. Maurice Lippens schoof daarbij de
fouten voor het debacle van Fortis af op ex-CEO Jean-Paul Votron, de directie,
de regulator en de bedrijfsrevisoren. Zo zei hij onder meer "nooit bankier
te zijn geweest" en had hij "slechts een relatief oppervlakkig
begrip" daarvan. In het advies verwerpt
de CDJ de drie aangevoerde argumenten. Het geheim van het onderzoek geldt voor
"diegenen die professioneel deelnemen aan een gerechtelijk onderzoek, en
niet voor journalisten. Integendeel. De verantwoordelijkheid van de journalist
kan ingeroepen worden indien hijzelf de schending van het onderzoek veroorzaakt
of bevordert". Volgens de CDJ is ook de privacy van Maurice Lippens niet
geschonden. Een verhoor blijft een privéfeit, maar de CDJ wijst erop dat
Lippens een publieke figuur is in de Belgische economische wereld. De feiten
waarvan sprake hebben een grote impact op het Belgisch politiek-economische
leven, nuanceert de CDJ. Het brengen van elementen van het verhoor rond
dergelijke belangen, betekent geen tekortkoming op de journalistieke
deontologie. Het selecteren van de meest betekenisvolle passages van een bron
maken verder deel uit van de legitieme behandeling van informatie door
journalisten, aldus de CDJ, die geen enkele deontologische fout vindt in hoofde
van de hoofdredactie van de journalist en de klacht ongegrond verklaart.