Op voorstel van Vlaams minister-president Peeters, tevens bevoegd voor Visserij, heeft de Vlaamse Regering een subsidie van ruim 220.000 euro toegekend aan het project ‘Net Controle Systeem’. Bedoeling is om tegen eind volgend jaar op zoveel mogelijk vaartuigen een veiligheidssysteem aan te brengen, waardoor het risico op kapseizen sterk beperkt kan worden. De laatste 20 jaren werd de Vlaamse visserij getroffen door het verlies van 11 vaartuigen. Liefst 29 mensenlevens vielen daarbij te betreuren waarvan het grootste deel uit Knokke-Heist en Zeebrugge. Opvallend is dat deze vaartuigen allemaal uit het klein vlootsegment komen. Grotere vaartuigen blijken over adequate veiligheidssystemen te beschikken, die het kapseizen kunnen voorkomen. Als een vissersvaartuig tijdens het vissen met zijn netten vasthaakt aan een obstructie op de zeebodem, trekt het vaartuig zichzelf slagzij en bestaat er onmiddellijk risico op kapseizen. In de praktijk blijken dergelijke situaties op heel korte tijd fataal te zijn voor het vaartuig, en meestal ook voor de bemanning. Het project Net Controle Systeem wil reders uit het klein vlootsegment nu stimuleren en begeleiden om ook op de kleinere en minder stabiele vaartuigen een veiligheidsysteem aan te brengen. De bedoeling is een systeem aan te brengen waarbij bij het verhogen van de druk op één van de netten het net onmiddellijk gelost wordt, en waarbij meteen ook de motor gestopt wordt. Dit systeem werkt heel snel en volautomatisch, ook al is er niemand op de brug. Bovendien worden foute ingrepen door paniekreacties daardoor voorkomen. Het systeem werkt ook preventief door op het scherm op de brug aan te geven wanneer de netten vol zitten met zware grond zoals drijfzand, stenen, schelpen of slijk. Hier ontstaat het gevaar op snel kapseizen bij het optrekken van de netten. Na een alarm van het veiligheidsysteem kunnen de vissers hier proactief op reageren, en het risico wegwerken. De totale kost om op de 28 vaartuigen van het klein vlootsegment dergelijk veiligheidssysteem aan te brengen is 885.000€. Daarvan nemen Europa en Vlaanderen elk 25% voor hun rekening (elk respectievelijk 221.302 €,) en dragen het Zeevissersfonds en de betrokken reders het resterende deel.