De vele regen en het koude voorjaar hebben ervoor gezorgd dat er minder jonge ooievaars in de nesten in het Zwin werden aangetroffen. Dat bleek donderdagmorgen tijdens het jaarlijkse ringen van jongen in de nesten die met een hoogtewerker konden bereikt worden. Ook hebben steenmarters in de buurt van de nesten het broeden verstoord. Dit jaar hadden 19 ooievaarskoppels hun intrek genomen in nesten verspreid over het vogelreservaat. Dat resulteerde echter in slechts 7 jongen; amper een kwart van het aantal ooievaarsjongen vorig jaar. Ook buiten het Zwin hebben ooievaars gebroed in onze grensoverschrijdende regio. De resultaten daarvan zijn nog niet bekend. Elk jaar probeert het Zwin Natuurcentrum zoveel mogelijk jongen van een pootring te voorzien. Op de ring staat een uniek nummer, dat met behulp van een verrekijker kan worden gelezen. Zo kunnen de Zwinooievaars op hun trektocht door vogelliefhebbers worden opgemerkt en herkend. Dat levert gegevens op voor ondermeer het educatief-wetenschappelijk project “ooievaars zonder grenzen”.