Het Zwin ringt z’n ooievaarskuikens
Komende woensdag 9 juni worden naar jaarlijkse gewoonte de ooievaarsjongen uit de nesten in het Zwin geringd. In enkele nesten zijn de jongen duidelijk te zien. Ze blijken groot genoeg om te ringen. De meeste nesten zijn grote takkenplatforms in de toppen van de zeedennen, die moeilijk te bereiken zijn. Daarom worden zowel een hoogtewerker als een boomverzorger ingezet. Deze is vertrouwd met het klimmen in hoge bomen en heeft een geschikte uitrusting. De jongen zullen even uit het nest gehaald worden om ze te controleren en van een officiële ring te voorzien. Vanuit de hoogtewerker is het mogelijk een overzicht te krijgen van alle nesten. Zo kan men een inventaris opmaken van het totaal aantal jongen en hun leeftijd. Elk jaar probeert het Natuurpark Zwin zoveel mogelijk jongen van een pootring te voorzien. Op de ring staat een uniek nummer, dat met behulp van een verrekijker kan worden gelezen. Op die manier kunnen de Zwin-ooievaars op hun trektocht door vogelliefhebbers worden opgemerkt en herkend. Het ringwerk maakt deel uit van het wetenschappelijk onderzoek op de vogeltrek van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Het levert ook gegevens op voor het educatief-wetenschappelijk project ‘ooievaars zonder grenzen’, een samenwerkingsproject tussen dierenpark Planckendael, het Zwin, Natuurpunt en de Vlaamse Overheid.
Komende woensdag 9 juni worden naar jaarlijkse gewoonte de ooievaarsjongen uit de nesten in het Zwin geringd. In enkele nesten zijn de jongen duidelijk te zien. Ze blijken groot genoeg om te ringen. De meeste nesten zijn grote takkenplatforms in de toppen van de zeedennen, die moeilijk te bereiken zijn. Daarom worden zowel een hoogtewerker als een boomverzorger ingezet. Deze is vertrouwd met het klimmen in hoge bomen en heeft een geschikte uitrusting. De jongen zullen even uit het nest gehaald worden om ze te controleren en van een officiële ring te voorzien. Vanuit de hoogtewerker is het mogelijk een overzicht te krijgen van alle nesten. Zo kan men een inventaris opmaken van het totaal aantal jongen en hun leeftijd. Elk jaar probeert het Natuurpark Zwin zoveel mogelijk jongen van een pootring te voorzien. Op de ring staat een uniek nummer, dat met behulp van een verrekijker kan worden gelezen. Op die manier kunnen de Zwin-ooievaars op hun trektocht door vogelliefhebbers worden opgemerkt en herkend. Het ringwerk maakt deel uit van het wetenschappelijk onderzoek op de vogeltrek van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Het levert ook gegevens op voor het educatief-wetenschappelijk project ‘ooievaars zonder grenzen’, een samenwerkingsproject tussen dierenpark Planckendael, het Zwin, Natuurpunt en de Vlaamse Overheid.