
Het is algemeen geweten dat ‘Het Zwin’ sinds een paar tientallen jaren te kampen heeft met een sterke verzanding. Hiertegen moeten binnen afzienbare tijd een hele reeks ingrijpende maatregelen getroffen worden, zoals de afgraving van te hoog aangezande zones van het schor en de uitbreiding van ‘Het Zwin’. Die structurele maatregelen zijn momenteel het voorwerp van een internationaal Milieu Effecten Rapport (MER). Minder gekend is dat de schorren van ‘Het Zwin’ ook onderhevig zijn aan overwoekering door Strandkweek, een zeer agressieve grassoort die iedere andere plantengroei kan verdringen. Van oudsher werden zilte schorren begraasd door vee, voornamelijk schapen en runderen. Op sommige plaatsen in Frankrijk grazen nog steeds schapen en runderen op de zoute schorren, de zogenaamde “prés salés”. Het “prés salés” - vlees van vee dat op zilte schorren graast is trouwens een door fijnproevers bijzonder geapprecieerd kwaliteitsproduct. In Vlaanderen werd de begrazing van de schorren reeds tientallen jaren geleden gestaakt. Net zoals dit het geval is in andere milieus zoals duinen, dijken, polders en heide heeft ook op het schor het wegvallen van de begrazing tot gevolg dat de soortenrijke begroeiing geleidelijk overwoekerd werd door agressieve grassoorten. Dit zijn Witbol, Glanshaver en Duinriet op de dijken en de duinen en Strandkweek op de schorren. De Strandkweekruigte verdringt niet alleen nagenoeg alle andere types plantengroei, maar is ook zeer onaantrekkelijk voor steltlopers en eendachtigen, twee vogelgroepen die op schorren normaliter hun favoriete pleisterplaatsen zouden moeten aantreffen. Ervaringen in o.a. Nederland en Frankrijk leren dat de overwoekering van de zilte schorren door Strandkweek kan teruggedraaid worden door het herinvoeren van begrazing.
Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) is een beheerplan voor het Zwin aan het voorbereiden. In het kader van die voorbereiding is het ANB deze zomer gestart met een begrazingsexperiment. Een 25 hectare grote zone van het schor die sterk verruigd is met Strandkweek maar die in de toekomst toch niet zal worden afgegraven, wordt voortaan begraasd door een kudde runderen. Bij springtij kunnen de runderen uitwijken naar hoger gelegen terreingedeelten die niet overspoeld worden door het zeewater. Door de begrazing moet de eentonige strandkweekruigte weer plaats maken voor een kortgrazige en soortenrijkere schorrevegetatie met o.a. Kweldergrassen, Melkkruid, Zeeaster, Gerande schijnspurrie, Lamsoor en Obione en waarop zich voor schorren typische vogelsoorten zoals Tureluur, Kluut en Rotgans weer thuis zullen voelen.